Na vier jaar onderzoek zijn de belangrijkste resultaten bekendgemaakt van het project BRUCETRA (Brussels Circular Economy Transition) over de transitie naar een Brusselse circulaire economie. Dat gebeurde tijdens de workshop van het project op 21 januari in Micromarché in Brussel. 

Binnen dit samenwerkingsproject bestudeerden onderzoekers van de ULB en de KULeuven hoe Brussel het doet op het vlak van afvalbeheer en circulaire economie. Hoeveel afval zou nog beter benut kunnen worden? Welk type ophaling zou ingevoerd of verbeterd moeten worden? Welk systeem voor afvalbeheer zou voorrang moeten krijgen op basis van de technische haalbaarheid, de milieuprestaties en de economische resultaten? Het onderzoeksproject was gebaseerd op een grondige inzameling van lokale gegevens, een modelvorming van de milieueffecten en een modelvorming van het transport tijdens de inzameling. Op basis daarvan biedt het kwantitatieve analyses om de transitie naar een circulaire economie in Brussel te ondersteunen.

Net zoals Brussel richten veel steden zich op concepten uit de circulaire economie om lokale waardeketens te ontwikkelen, maar ook om milieuwinst te realiseren, zoals een verminderd gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Er is echter sprake van een groot aantal afvalstromen, betrokken actoren en mogelijkheden voor beheer. Daardoor ontbreekt een holistische, maar gedetailleerde visie op de huidige afvalstromen en afvalcijfers. Bovendien zijn de milieuprestaties van de lopende circulaire transities nog niet volledig gekend. In die context werd het onderzoeksproject BRUCETRA ontwikkeld door een onderzoeksteam van de ULB en de KULeuven met financiering van de oproep ‘Anticipate’ van Innoviris. Dit project zal de huidige situatie in Brussel analyseren en de beste oplossingen identificeren voor het afvalbeheer met het oog op de transitie naar een circulaire economie.

Het onderzoeksteam bestudeerde en vergeleek de cijfers van het afvalbeheer in Brussel en voerde gedetailleerde milieuanalyses uit op de belangrijkste afvalstromen: bioafval, grofvuil en afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Uit de vergelijkende analyse bleek dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest middelmatige scores behaalt ten opzichte van andere regio’s in de EU, waarbij de verbetering van het percentage gerecycleerd en gecomposteerd afval werd geïdentificeerd als de belangrijkste opportuniteit om te stijgen in het klassement. De onderzoekers analyseerden eveneens nieuwe combinaties van afvalstromen, nieuwe ophalingswijzen en mogelijkheden voor een lokale valorisatie binnen een circulaire economie. Voor meerdere lokale circulaire economische systemen duiden de cijfers op milieuvoordelen ten opzichte van de huidige ophalings- en verwerkingsmethoden. Zo zien we een vermindering van ongeveer 60 procent in de ontginning van grondstoffen bij een verwerking van het grofvuil die gericht is op het behoud en hergebruik van de opgehaalde fractie. De ecologische voetafdruk is kleiner bij een gecombineerde ophaling van groen- en voedingsafval en een lokale verwerking, waardoor de uitstoot van broeikasgassen door transport tot 35 procent kan verminderen. Uit het onderzoeksproject blijkt echter ook dat niet alle lokale circulaire economische systemen voor bioafval leiden tot milieuvoordeel.

Meer informatie en presentaties van de afsluitende workshop beschikbaar op de website van het project https://brucetra.be/