Innovatieve governance voor het GPCE
22/01/2018 | Innovatieve governance voor het GPCE |Innovatieve governance voor het GPCE
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een innovatieve governance ingevoerd om van de circulaire economie een realiteit voor de Brusselse ondernemingen te maken. Zo ijveren 13 administraties samen voor het succes van het Gewestelijk Programma voor Circulaire Economie (2016-2020).
Op politiek niveau dragen drie ministers (Leefmilieu, Werkgelegenheid & Opleiding, Openbare Netheid en Onderzoek) samen het GPCE en beslissen ze samen over de grote krachtlijnen. Er zijn vijf economische sectoren bij betrokken : de bouwsector, logistiek, grondstoffen & afval , de handelszaken en de voedingssector. Tal van Brusselse private en openbare actoren, die over een belang, een bijzondere competentie of een activiteit in verband met de circulaire economie beschikken, hebben een werkgroep gevormd om actiehefbomen uit te werken: concrete maatregelen, samenwerkingstools, werkmethoden en een actiekader.
Om het GPCE uit te voeren werd een specifiek kader gecreëerd om alle actoren de kans te geven samen te werken en daarbij synergieën, het delen van competenties via samenwerkingstools en bestuursorganen, te bevorderen. Zo spelen thematische coördinatoren de rol van ambassadeurs om als brugpersoon op te treden tussen de bestuursorganen en de verschillende actoren op het terrein. De ambassadeurs zien elkaar regelmatig om de informatie over de in te voeren maatregelen te bespreken.
Charline Boyer van de Confederatie Bouw Brussel – Hoofdstad(CBB-H) leidt verschillende acties rond het thema “Bouw”. In de confederatie coördineert ze de verschillende projecten rond het leefmilieu, circulaire economie, beheer & innovatie. Met ongeveer 12.000 bouwbedrijven in Brussel-Hoofdstad verbruikt de sector veel grondstoffen en produceert hij afvalstoffen in overvloed. Het is dus normaal dat de bouwsector een pioniersrol vervult in de gewestelijke circulaire economie. Voor Charline Boyer is “de samenwerkingsdynamiek van het GPCE essentieel om te komen tot concrete resultaten op het terrein die de behoeften op het terrein weergeven”.
De governance van het GPCE maakt de samenwerking tussen privé- en overheidsorganisaties rond de verschillende thema’s mogelijk, wat enkel mogelijk is “wanneer de actoren elkaar goed kennen en vertrouwen”. Zo heeft de CBB-H meegewerkt en werkt ze nog steeds rechtstreeks mee aan het opzetten van acties waarbij bedrijven uit de bouwsector betrokken zijn: “We worden niet enkel geraadpleegd en uitgenodigd onze mening te geven over maatregelen die van elders komen, maar we worden ook betrokken bij de uitwerking ervan vooraleer we worden betrokken bij de uitvoering ervan”, zegt Charline Boyer.
Catherine Vanderstichelen, hoofd van het departement Economie in transitie van Leefmilieu Brussel, waar ze verantwoordelijk is voor het GPCE, vat als volgt samen: “Uiteindelijk werken een zestigtal actoren op het terrein samen om de 111 maatregelen van het GPCE uit te voeren. De governance maakt het mogelijk alle actoren van het GPCE te ontmoeten en in contact te blijven, synergieën te creëren, mekaar beter te leren kennen om nog efficiënter samen te werken”.