Om de manier van werken binnen de circulaire economie ingang te doen vinden, moeten de economische actoren passende en relevante ondersteuning krijgen.

Maatregel AEI 1A is transversaal ten opzichte van de begeleiding binnen het GPCE, omdat die gaat over de ontwikkeling van een platform voor de coördinatie van de begeleiding in de circulaire economie, dat het ondersteuningsaanbod zichtbaarder, coherenter en efficiënter zal maken. In dit stadium zijn 22 actoren bij deze maatregel betrokken. Ze hebben 4 vergaderingen gehouden sinds mei 2017 met als doel het ondersteuningsaanbod in het BHG in kaart te brengen.

De barometer van de circulaire economie heeft in het kader van deze maatregel 126 antwoorden van Brusselse ondernemingen ontvangen (tussen mei en juli 2017). De barometer werd gecommuniceerd via de netwerken van Hub.Brussels, Leefmilieu Brussel en hun partners (BECI, UCM, enz.) en geeft de perceptie weer van bedrijven die al interesse hebben in de circulaire economie. De interpretatie van bovenstaande elementen moet dus rekening houden met deze factor. De belangrijkste conclusies van deze barometer zijn:

• 87% van de responderende bedrijven ziet de circulaire economie als een kans voor de komende jaren. De belangrijkste reden hiervoor is het behoud van klanten of de werving van nieuwe klanten.
• 89% van de responderende bedrijven implementeerde ten minste één circulaire actie. De meeste bedrijven werkten aan de recycling van hun afval, de aankoop van duurzame hulpgoederen, de vermindering van het energieverbruik en de implementatie van de korte keten.
• 50% van de bedrijven die geen circulaire acties gedaan hebben, noemde het gebrek aan kapitaal om hun aanpak te financieren als het grootste obstakel. Twee andere problemen worden vaak vermeld: gebrek aan vaardigheden en gebrek aan tijd.

De volgende barometer is gepland voor 2018. Het tweeledige doel van een grotere steekproef van bedrijven is ten eerste om de progressie in de aanpak voor een circulaire economie te beoordelen en ten tweede om de relevantie van het bestaande ondersteuningsaanbod in de circulaire economie in  het Brussels Gewest te garanderen.

Bovendien stelt het GPCE zich ten doel om 200 start-ups en bestaande bedrijven in de circulaire economie te ondersteunen tegen 2019.

In deze paragraaf worden twee belangrijke indicatoren behandeld en ten eerste het aantal bedrijven dat wordt ondersteund in de circulaire economie.

Deze indicator wordt geconsolideerd op basis van 13 maatregelen uit het GPCE die worden geïmplementeerd door 8 administraties. Tijdens de jaren 2016-2017  werden in totaal 222 bedrijven of ondernemers uit de volgende sectoren ondersteund.

Tegelijk werden in dezelfde periode 262 ondersteuningen gegeven. Dit betekent dat sommige bedrijven diverse soorten ondersteuning of opeenvolgende ondersteuningen bij één operator hebben gekregen.

Binnen het GPCE worden verschillende types ondersteuning gegeven:

• Baticrea: Biedt ondersteuning aan kandidaat-ondernemers om hun project in de bouwsector te ontwikkelen en te testen.
• Ecobuild.brussels (hub.brussels) : Brengt als cluster specifieke expertise aan en biedt hulp aan Brusselse zko/kmo’s om zich te structureren en een groter marktaandeel te verwerven in de duurzame bouw- en renovatiesector, specifiek door de clustering van zijn leden.
• Greentech.brussels (hub.brussels) :
  • Ondersteunt bedrijven, inclusief bedrijven die gevestigd zijn binnen Greenbizz, bij hun zakelijke aanpak, de bepaling van een commerciële doelgroep, het ontwerp van het businessmodel rekening houdend met het circulaire aspect, enz. Deze ondersteuning past zich aan de behoeften van het bedrijf aan.
  • Zet clusters van ondernemingen in beweging;
  • Begeleidt de oprichting van ondernemingen via greenlab.brussels;
• Leefmilieu Brussel:
  • Technische ondersteuning op circulaire werven
  • Ondersteuning via Resilience design: tool om een bestaande onderneming te ondersteunen en weerbaarder te maken door te werken aan zijn diensten, producten en interne organisatie.
• WTCB: technische ondersteuning van afvalscheiding op werven (RD14);
• CBBH: aanstelling van een facilitator in de circulaire praktijk en ondersteuning van de kandidaten voor de projectoproep beCircular (AED 1);
• UCM: ondersteuning van de kandidaten voor de projectoproep beCircular (AED 1);
• City-Dev (Irisphere): ondersteuning van bestaande ondernemingen voor het creëren van synergie (AEI3).

Tegelijk zijnals gevolg van deze ondersteuning 77 concrete plannen inde circulaire economie gestart (2016-2017). Deze worden omschreven als wijzigingen die van invloed zijn op het bedrijfsmodel van de organisatie. Bijvoorbeeld:

• de oprichting van een cluster van ondernemingen zoals Kubeko na de begeleiding van 7 ondernemingen met complementaire activiteiten in de bouw en de renovatie;
• proefwerven voor het beheer van bouwafval zoals het project City Dox, met de installatie van een tijdelijke stortplaats beheerd door een actor in de sociale economie;
• ecologisch ontwerp van producten zoals LumiFungi lampenkappen gemaakt op basis van oesterzwammen (PermaFungi – Laureaat 2016);
• de oprichting van ondernemingen zoals het Boentje Café dat het eerste volledig afvalloze koffiehuis is in Brussel. Het werd opgestart in Schaarbeek na de ondersteuning van Greenlab. brussels en was eveneens winnaar van de Greenlab publieksprijs. De leveranciers zijn strikt plaatselijk, de decoratie is tweedehands en het hele servies zal een precieze procedure volgen om plastic en ander afval te voorkomen;
• de start als zelfstandige op de arbeidsmarkt na een proefperiode binnen Baticréa. Dit is bijvoorbeeld  het geval voor Florian Girault. Hij is  momenteel bezig als ambachtsman in de bouwsector (schrijn- en timmerwerk) en wordt ondersteund door de cluster Ecobuild.brussels.

Dit cijfer van concrete realisaties moet genuanceerd worden, omdat er in de meeste gevallen geen follow- up is na de ondersteuning. Bovendien kan de timing van de implementatie van acties na ondersteuning verschillen van bedrijf tot bedrijf. Van de 77 concrete realisaties hebben er 52 een financiering ontvangen (AED 1, RD 13 et RD 14).

Bron : Tussentijds Activiteitenrapport GPCE 2016-2017